Als ik schrijver was, met Christa in de buurt
December 2018
Elke keer dat ik openbaar schrijf houd ik rekening met mijn lezer, omdat ik geen schrijver ben. Daar heeft een èchte schrijver ook misschien last van. Die zit wellicht te peinzen of te overdenken, en soms te wegen, maar beleeft hoop ik geen censuur. Ik heb in mijn dagelijks leven te maken met opdrachtgevers, voor mijn werk, die zich met elk blijk van onvermogen van mijn kant, weleens achter de oren zouden kunnen krabben met de vraag of ik wel een goede partij ben. Capabel, betrouwbaar. Dat weerhoudt me soms van het vertellen van de (hele) waarheid. Om m’n hachje. Dat íemand toch moet redden.
De schrijver in mij is ontevreden. Ze baalt van haar kaders. Ze wil het soms uitschreeuwen, maar spoelt haar mond op tijd, zodat ze de mens, die ook nog leraar is, niet verraadt.
Christa houdt me bij de les en bij mijn huidige leest. Dicteert me streng wat ze van me verwacht, en wat de anderen van mij verwachten.
Als ik mijn man in tranen vertel dat ik zin heb om iets moois te maken, valt Christa me in de rede. ‘Je hebt het goed, Pien, hou je gedeisd, je kent jezelf. Je hebt er goed aan gedaan te investeren in iets van gemeenschappelijk belang. Kunst is maar voor een paar mensen beschikbaar, en blijft een accessoire.’ ‘Het is leuk voor mensen die het al zó retegoed hebben, dat ze tijd hebben voor contemplatie, spiegeling en perceptie, en aan wat je nu doet hou je ook nog een redelijk salaris over.’
Het huis waarin ik woon is mijn thuis geworden na tweeënhalf jaar. Het heet inmiddels ‘Ponsioen’. Het is de achternaam die mijn kinderen dragen, en die ikzelf ook sinds een jaar als tweede achternaam draag.
Huize Ponsioen moet onderhouden worden, met het hele soepie Ponsioenen erin. Dat kost soms een centje of wat. We hebben het natuurlijk voor haar over, want ze geeft ons de ruimte en de mogelijkheden die het leven makkelijker maken. Maar ze is ook een diva. Ze is veeleisend. Het draait toch wel veel om haar. Ik durf er nauwelijks over te praten, want dat is niet zo chique. Dat weet ik wel, maar het moet me toch een keer van het hart.
Ik moet, net als iedereen keuzes maken. Nu kies ik voor mijn gezin, en voor Ali, Mahmoud en Saleh. Zo is het. ‘Zo is het nu, Chris, buitenwacht. Zo is het. Nu’.
Afzender: De stille storm.